Ontwerpers Suzanne en Mirjam adviseren al jaren BSO’s, kinderdagverblijven en peutergroepen over het inrichten van hun groep. Rust en ruimte is vaak de vraag, opbergen het struikelblok. Hoe komt dat toch? En belangrijker nog: hoe zorg je voor een opgeruimde groep? Wanneer heb je genoeg opbergruimte? In deze blog geven Suzanne en Mirjam de 5 beste opbergadviezen voor kinderopvang organisaties. En ze vertellen hoe het er bij hen thuis aan toe gaat!
-
Ontspullen
We vallen direct met de deur in huis: het begint voor veel groepen met opruimen. Dat betekent niet alleen opbergen, maar ook ontspullen. Vraag jezelf af wat je echt nodig hebt. Dat is een uitdaging, veel mensen willen graag alles bewaren. Maar als je keuzes durft te maken, dan zal je zien dat je minder opbergruimte nodig hebt. Mirjam: “Ruimtes staan soms zo vol dat een kind amper een treinenbaan kan maken. Het lijkt dan meer een pakhuis dan speelplek. Heb je bijvoorbeeld echt voor alle 16 peuters een eigen stoeltje nodig of gebruik je die eigenlijk alleen voor die 10 minuutjes kring? Dan is een combinatie met een bankje of wat kussentjes misschien handiger. Alles wat je in een ruimte zet, moet je de hele dag door optimaal kunnen gebruiken.” Suzanne: “Opruimen is het vertrekpunt. Gebruik je die 60 puzzels allemaal? Durf keuzes te maken en geef spullen die weg kunnen bijvoorbeeld aan een gastouder, weggeefwinkel of speelgoedbank. We kwamen een keer bij een groep waarvan de verschoonruimte ook als opslagruimte gebruikt werd. Er stonden stapels stoelen, theaterspullen en themaspullen. Je kon nauwelijks naar binnen.. Dat werd dus flink uitzoeken. Om te voorkomen dat de ruimte weer zou dichtslippen, veranderden we de functie. Het werd een super leuke huishoek.” -
Clusteren
Zijn alle spullen uitgezocht? Zorg dan voor het orderenen daarvan. Poppen horen in de poppenhoek, auto’s bij de autobaan en blokken in de bouwhoek. Hoe beter materiaal opgeruimd is, ook in de kasten, hoe beter het gebruikt wordt. Als alles een vaste plek heeft dan ontstaat er minder snel rommel. Ook de functie van de hoeken is hierdoor duidelijk. Mirjam: “Houd rekening met prikkels. Ik zie soms bijvoorbeeld overal werkjes hangen. Kies 1 plek waar je werkjes ophangt. Clusteren geeft veel rust. Je moet het zo zien; soms zitten er wel 20 kindjes in 1 ‘woonkamer’. Door prikkels te beperken, wordt het spel ook rustiger.” -
Afwisselen
Wat gaan kindjes doen met 26 auto’s? Een file maken? Het pakken en opruimen van al die auto’s kost tijd. Met een paar autootjes komen kinderen sneller tot spelen. Hetzelfde geldt voor boekjes: 10 boekjes in de leeshoek is al snel genoeg. De kracht zit hem dus in het afwisselen van het aanbod. De andere auto’s en boekjes berg je op in het magazijn of in een kast. Suzanne: “Je kunt de voorraad beperken door bijvoorbeeld puzzels uit te wisselen met een andere groep of door af en toe naar de bieb te gaan voor nieuwe boekjes.” -
Aantrekkelijk presenteren
Kinderen hebben van nature de behoefte om nieuwe dingen te leren. In veel kinderopvangorganisaties is het belangrijk dat kinderen de vrijheid en ruimte krijgen om veel zelf te doen en daardoor te groeien in zelfvertrouwen en zelfstandigheid. Herkenbaar? Deze visie heeft gevolgen voor de presentatie van je materialen. Maak het aantrekkelijk om te gaan spelen. Kies voor lage, open kasten en voor bakken en lades. Zoek je aanbod goed uit en geef een beperkt aantal keuzes. Zo kunnen kinderen makkelijk zelf kiezen en pakken. Suzanne: “Ik zie bijvoorbeeld wel eens ladekasten die uitpuilen met papier en andere knutselspullen. Zo’n aanbod is niet te overzien, je weet zelf ook niet meer wat je allemaal hebt. Er ontstaan ook vaak stapels op de kasten. Eigenlijk weten we allemaal wel dat dat niet werkt. Je gaat niets meer vinden tussen die stapels en het staat rommelig. Ook hier geldt: zoek uit en beperk het aanbod.” -
De beste opbergers
Meubels moeten functioneel en leuk zijn. Daarom maakt De Beleving voor projecten in de kinderopvang vaak kastenwanden met geïntegreerde speelelementen: een theatertafeltje, keukentje of bouwtafel. Ook hebben kleine meubels vaak ook een opbergfunctie, zoals een zithuisje of bakbankje met lades op wielen of een bouwtafel met bakken. Dat is prettig, want daarin kun je materiaal kwijt dat bij de hoek hoort. Verder zijn lage, open kasten met verstelbare planken of kasten met mandjes populair. Mirjam: “Vaak willen groepen veel kasten. Maar dat maakt het wat hokkerig. Je kunt ook prima speelhoeken maken zonder al die kasten.” Suzanne: ”Wat goed werkt, is 1 grote wandkast. Daar hoeft vaak maar 1 kleinere kast bij. Ook als de ruimte door meerdere partijen gebruikt wordt. Dan werken we bijvoorbeeld met een klap- of schuifdeur met verschillende prints. Ook maken we soms aparte kasten voor themaspullen, omdat deze spullen door de omvang moeilijk op te bergen zijn.“ Mirjam: “We kwamen een keer bij een groep die een magazijn had. Dat is luxe! Eigenlijk hoef je dan al bijna geen kasten meer in de ruimte te zetten. Maar die stonden er wel. En wat was de behoefte? Meer kastruimte! Ze reageerden nogal geschrokken toen wij voorstelden om juist voor minder kasten te kiezen.”