SAMENWONEN: KLEUTERS EN BSO IN 1 LOKAAL

BSO Op & Top maakt gebruik van het gebouw van basisschool De Pionier. De ruimtes die de bso na schooltijd gebruikte, werden te krap. En nu? Samenwonen met de school? Is dat nu wel een goed idee? Juf Annet reageerde met een enthousiasme dat maar weinig mensen konden begrijpen. Inmiddels delen zij en haar kleutergroep een leslokaal met een bso groep voor kinderen tot 7 jaar. Het werkt en hoe! Annet: “Kijk alleen maar naar de ruimte die ik heb, het voelt als een grote bonus.”

Samenwonen

De ruimte naast het lokaal van leerkracht Annet Kerkvliet werd door school en door de BSO Op & Top gebruikt, maar wel strikt gescheiden. De bso groep voor kinderen tot 7 jaar wilde uitbreiden, maar dat betekende automatisch dat er samenwerking met een kleuterklas van KBS De Pionier nodig was. De directeur van De Pionier klopte aan bij Annet. “Ik sta open voor verandering en ik kende de mensen met wie ik zou gaan samenwerken. We zijn in gesprek gegaan en hebben alle wensen in kaart gebracht. Zo vind ik speelruimte bijvoorbeeld erg belangrijk. Dat betekent ook dat je goed moet nadenken over het opbergen van spullen. Door vooraf duidelijk aan te geven wat je wilt, zijn er uiteindelijk geen obstakels meer. Het ontwerp werd van ons samen.”

Beren op de weg

Veel leerkrachten zien in de eerste instantie beren op de weg. Onderwijsvormgever Ellen Kuster komt dat vaker tegen. Ellen: “Samenwerken lijkt vaak spannend, maar het delen van een ruimte kan echt geweldig zijn. Er zijn meer spullen en meer ideeën. Wat jonge kinderen tijdens en na school nodig hebben, is bijna identiek. Juist zo’n combinatie van een kleuterklas en bso voor jonge kinderen is daarom een aanrader. Je moet wel overleggen met elkaar, elkaar bevragen, naar elkaar kijken. Hoe organiseer jij de dag? Wat heb jij gezien? Samenwonen moet je zien als een mooie kans.”

Annet: “Sommige collega’s waren terughoudend. Hoe tref je je lokaal ’s ochtends aan? Liggen alle spullen nog op z’n plek? Waar hang je werkjes op? Maar dat is een kwestie van goede afspraken maken. Ik zag zoveel voordelen. Het uitgangspunt was: hoe kunnen we met plezier samenwerken? Het is straks onze ruimte, we zijn samen verantwoordelijk. Toen het ontwerp er lag, werd die terughoudendheid minder. Het zag er namelijk heel leuk uit!”

Bonusruimte

De bso en Annet delen nu de 2 lokalen. Er kwam een schuifdeur in de muur tussen haar lokaal en de ruimte ernaast, waardoor het één ruimte werd. Overdag is de ruimte voor de kleuters, na school voor de bso. “Ik heb 32 kleuters, dus die bonusruimte is een grote plus! De ruimte is ook nog eens geweldig ingericht. Door de samenwerking was er meer budget. We konden mooie spullen en meubilair op maat bestellen. Collega’s die dit zien, zijn om. Als de bso gaat groeien, dan staan de leerkrachten hier in de rij voor het duo-gebruik van hun lokaal,” lacht Annet.

Goede afspraken

Voor het slagen van de samenwerking is naast een open gesprek en de vertaling van wensen naar een ontwerp nog iets nodig. Annet: “We hebben duidelijke afspraken gemaakt over het gebruik van de ruimte en de materialen. Ik houd van netjes en opgeruimd en stofzuigde elke dag. Nu doet de bso dat aan het einde van de dag, heerlijk! De ontwikkelingsmaterialen zijn van de klas, daar komt de bso niet aan. We hebben ook eigen boekjes en knutselmaterialen. Aan het begin ging ik samen mijn kleuters door het lokaal en wees aan: dat is van ons, dat niet, daar blijven we af. En dat doen ze vervolgens ook. Het werkt heel goed. Werkt iets niet? Dan bespreken we dat. De lijnen zijn kort, ik zie mijn collega’s van de bso elke dag.”

Eerst oriënteren

Nog een laatste tip van Annet: “Ga eens kijken bij een school die dit doet, bijvoorbeeld bij een Integraal Kindcentrum. Het is goed om te zien hoe anderen dit vormgeven. Zo ontdek je ook wat wel en niet bij je past. Ik zag bijvoorbeeld een samenwerking in een mooie, maar lege en bijna steriele ruimte. Dat wilde ik niet. Een kleuterlokaal moet sfeer hebben, je moet voelen dat je in een kleuterklas bent. Er moeten werkjes hangen, spelmateriaal liggen en aantrekkelijke hoeken zijn. Het moet sfeervol zijn, een eenheid en netjes. Dat is hier allemaal gelukt!”